De positieve focus in het hoger onderwijs

Eva Kuiper is forensisch orthopedagoog en docent aan de hogeschool van Amsterdam. In 2018 werd zij door studenten aan de universiteit van Amsterdam uitgeroepen als docent van het jaar. Zij geeft al jaren lezingen en workshops aan professionals in bedrijven en zorg- en onderwijsinstellingen op het gebied van positieve psychologie, oplossingsgericht werken en positieve gezondheidszorg. Ze schreef meerdere artikelen over positieve psychologie (onder andere over veerkracht bij kinderen en de groei-mindset) en een aantal boeken over oplossingsgericht werken, waaronder oplossingsgerichte vragen aan kinderen en hun omgeving.

De afgelopen jaren is de rol van docenten veranderd, afhankelijk van de onderwijsvorm. In meer traditioneel onderwijs moeten docenten de stof goed kunnen uitleggen. In meer opdracht-gestuurd onderwijs is het belangrijker om te coachen, feedback te geven, te motiveren en studenten uit te nodigen actief aan het werk te gaan. Ook de vraag naar de rol van de ‘mentor’ neemt toe: iemand die studenten begeleidt bij zaken die niet direct met inhoudelijk onderwijs te maken hebben, maar meer met zaken als studievaardigheden of welzijn. Dit vraagt om andere skills dan waartoe we vaak zijn opgeleid.

Hoe kunnen we studenten zo goed mogelijk begeleiden bij dit groeiproces? Hoe kunnen we optimaal met hen samenwerken, zodat we de beste omstandigheden creëren voor het opdoen van kennis en ze zich ontwikkelen op persoonlijk en sociaal vlak? En hoe kunnen de positieve psychologie en het oplossingsgericht werken ons helpen hieraan richting te geven?

In dit artikel lees je hoe je inzichten uit beide stromingen kunt inzetten om optimaal samen te werken met studenten, maar ook met andere betrokkenen, zoals collega’s. 

Leren te weten, leren te doen, leren te zijn en leren samen te leven, dat zijn de vier kerntaken van het onderwijs volgens de Internationale Commissie voor Onderwijs voor de 21e eeuw (Delors, 1996). Van deze vier kerntaken zijn de eerste twee vanzelfsprekend, de derde en vierde echter niet. Of misschien beter gezegd: ‘nog niet’. Met name de laatste twee kerntaken zijn belangrijk als het gaat om het bevorderen van het welbevinden en optimaal functioneren van studenten, niet alleen tijdens hun opleiding, maar ook nog lang daarna. Het goede nieuws is dat de derde en vierde kerntaak – leren te zijn en leren samen te leven – langzamerhand meer vorm beginnen te krijgen. 

Er zijn twee stromingen, met name bekend uit de psychologie, die ons hierbij kunnen helpen: de positieve psychologie en het oplossingsgericht werken. Beide stromingen hebben een positieve focus en hebben tot doel mensen te helpen een betere toekomst te creëren en optimaal te functioneren. Overal waar wordt samengewerkt en waar er interactie is tussen mensen, kunnen deze inzichten worden toegepast. Ook het onderwijs kan inspiratie putten uit deze twee bronnen. 

Positieve psychologie
De eerste stroming die centraal staat, is de positieve psychologie. Dit is de wetenschap van welbevinden en optimaal functioneren – van individuen, in relaties, in werk en in de maatschappij. Het is een grote wetenschappelijke stroming die zich bezighoudt met positief menselijk functioneren. Zij probeert te ontdekken wat voor grote groepen mensen geldt: Wat zorgt ervoor dat mensen welbevinden in het leven ervaren? Wat zijn de ingrediënten voor een goede relatie? Hoe werken teams het beste samen?  

Deze wetenschappelijke stroming bestaat uit geteste theorieën en valide onderzoek en is ontstaan in de jaren zeventig van de vorige eeuw als tegengeluid tegen de reguliere, traditionele psychologie. De grondleggers Martin Seligman en Mihály Csíkszentmihályi (2000) stelden dat de psychologie zich niet alleen moest richten op klachten – stoornissen, diagnoses en zwakheden – maar een veel groter terrein zou kunnen beslaan waarin ook aandacht is voor wat er goed gaat. ‘Psychology is not just a health science: it could be larger’, zei Seligman. ‘It is about work, education, insight, love, growth and play.’ 

Daarmee wordt benadrukt dat de stroming een veel bredere toepassing verdient en inmiddels ook steeds meer krijgt. Tot voor kort was er vooral aandacht voor wat er mis is met mensen, organisaties en de wereld. Gelukkig zien we een steeds betere balans tussen de aandacht voor wat er mis is, zwaktes en beperkingen, en wat er goed gaat, sterke kanten en mogelijkheden: from wrong to strong. Inmiddels kent de positieve psychologie een groot aantal onderzoeken naar de constructen (ook wel ‘familieleden’ genoemd) die tot de positieve psychologie worden gerekend, zoals optimisme, welbevinden, dankbaarheid, veerkracht, flow, hoop, moed en positieve emoties. 

Meer lezen?
Klik hier voor het volledige artikel.